De meest gestelde vragen over omschakeling van arm naar rijk gas
Waar er momenteel arm gas verbruikt wordt, zie je op de kaart hieronder:
1. Waarom gebruikt men twee verschillende types gas in België?
Sinds 1966 importeert België gas uit Nederland. Er waren rond Groningen (Slochteren) immers aanzienlijke gasvoorraden beschikbaar. Verder ligt Nederland vlakbij ons land en is het economisch stabiel. Kortom, de import vanuit Nederland was voor België de beste keuze. Het Nederlandse gas wordt arm gas genoemd.
Het gasverbruik nam snel toe in ons land, zowel door particulieren als door de industrie. Daarom begon ons land op het einde van de jaren ’70 bijkomend gas te importeren, onder meer uit Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Qatar en Rusland. Dit gas heeft een andere samenstelling dan het Nederlandse gas. Men noemt het rijk gas omdat eenzelfde volume gas meer energie bevat.
2. Waarom is de omschakeling naar rijk gas nodig?
De gasreserves van Groningen (Slochteren) raken echter uitgeput. Daarom heeft de Nederlandse overheid beslist om de export van gas geleidelijk aan te verminderen en volledig te stoppen in 2030. Dat betekent dat België tegen 2024 het arm gas uit Nederland zal vervangen door rijk gas uit andere regio’s van de wereld. Om dit mogelijk te maken, moet het distributienetwerk aangepast worden. Zo zullen alle gasgebruikers rijk gas kunnen verbruiken.
3. Wat is het verschil tussen arm en rijk gas?
De samenstelling van gas verschilt naargelang de herkomst. In de Nederlandse gasvelden is de energiewaarde van het gas ongeveer 15 procent lager dan in andere gasvelden. Er is met andere woorden 15 procent meer gas nodig om te koken of te verwarmen. Daarom wordt het ook laagcalorisch gas, L-gas of arm gas genoemd. In de rest van de wereld wordt gas meestal hoogcalorisch gas, H-gas of rijk gas genoemd.
4. Over welke gastoestellen gaat het?
Bij particulieren gaat het vooral over volgende gastoestellen: verwarmingsketels, grote en kleine boilers, fornuizen, kookplaten, grills, ovens, convectoren en sierhaarden.
De omschakeling naar rijk gas gaat enkel over aardgas. We praten hier niet over gas in flessen (butaan of propaan), noch over gas voor voertuigen (CNG en LPG).
Je moet al deze toestellen laten controleren om er zeker van te zijn dat ze na de omschakeling correct en veilig blijven werken.
De oudste apparaten, die vóór 1978 zijn aangekocht, zijn meestal niet geschikt voor rijk gas. Ze moeten dus worden vervangen. Voor sommigen, zoals verwarmingsketels op aardgas, kan je genieten van premies. Meer info over dit onderwerp vind je op de websites van het Waals Gewest, het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Een nieuwe verwarmingsketel verdient zichtzelf snel terug en kan je helpen om je gasverbruik tot 30% te verminderen! Hulp nodig om je verwarmingsketel te vervangen? Reken dan op het all-in verwarmingsaanbod van ENGIE.
5. Hoe kan ik zien of mijn toestel goed werkt op rijk gas? Kan ik zelf nakijken of mijn toestellen klaar zijn om te functioneren met rijk gas?
Je kan dit zelf niet nakijken. Immers, zelfs wanneer je toestel geschikt is voor rijk gas, kan het specifiek bijgeregeld zijn voor arm gas. Deze afstelling kan alleen achterhaald worden door de samenstelling van de uitlaatgassen te meten. Daarom moet de controle door een bevoegde technicus worden uitgevoerd. Als je toestel effectief bijgeregeld werd, moet het voor de omschakeling opnieuw afgesteld worden. Zo ben je er zeker van dat het na de omschakeling correct en veilig zal werken.
Laat sowieso al je toestellen nakijken door een bevoegd technicus zodra je gasleverancier en/of je distributienetbeheerder je hebben verwittigd. Zo ben je er zeker van dat ze na de omschakeling correct en veilig zullen werken. Indien je het wenst kan je dit via ENGIE laten nakijken.
Indien je reeds een onderhoudscontact hebt bij Engie, wordt je verwarmingsketel nagekeken tijdens het periodieke onderhoud.
Regel een ketelonderhoud met ENGIE?
6. Huurders en eigenaars dienen elkaar op de hoogte te houden van de omschakelingsverplichtingen
De verplichting om te laten controleren of een gastoestel geschikt is voor rijk gas en om het eventueel te laten bijregelen berust bij de eigenaar.
Een eigenaar die een woning of gebouw verhuurt, draagt ook de kosten voor het nazicht en de eventuele bijregeling van de gastoestellen die hij bezit (bvb de verwarmingsketel). Maar omgekeerd moet de huurder de kosten voor nazicht en eventuele bijregeling betalen als hij de eigenaar van de toestellen is. Bovendien is hij verplicht om de technicus die door de eigenaar is aangesteld toegang te verlenen tot zijn woning of het gebouw (bvb. kookfornuis, kookplaten). Het is anderzijds ook mogelijk dat een clausule in de huurovereenkomst bepaalt dat het toch de huurder is die de kosten voor het nazicht en de bijregeling van de toestellen van de eigenaar betaalt.