Bespaart de uurverandering ons echt elektriciteit?
Deze herfst is het weer zover: in de nacht van zaterdag 30 op zondag 31 oktober stappen we over op het winteruur. Om 3 uur ’s nachts moeten we onze klok 1 uur terugdraaien. Dan wordt het dus terug 2 uur. Zo ‘winnen’ we een uur slaap. Maar besparen we door deze uurverandering ook echt elektriciteit? Om dat te weten te komen, duiken we even terug in de tijd.
De geschiedenis van de uurverandering
De uurverandering kwam er om energie te besparen. Concreet werd er een nieuwe uurregeling toegevoegd, tussen de laatste zondag van maart en de laatste zondag van oktober. De dag wordt dus bij wijze van spreken verschoven naar de avond, waardoor we tijdens de zonnige maanden langer van de zon kunnen genieten en het gebruik van kunstlicht kunnen beperken.
We hebben het dan over het ‘zomeruur’ of de ‘zomertijd’. Het wettelijke uur dat voordien gebruikt werd, werd dan ook toepasselijk herdoopt tot het ‘winteruur’ en loopt van het laatste weekend van oktober tot het laatste weekend van maart. Toegegeven, ‘s morgens wordt er iets meer elektriciteit verbruikt, want in het begin van de lente is het dan nog donker. Maar – zo zei men in die tijd – ‘s avonds wordt er aanzienlijk bespaard.
Na de uitzonderingssituaties tijdens de twee wereldoorlogen, werd de uurverandering in de jaren 70 algemeen ingevoerd. In België was dat in 1977. Er moest nu eenmaal energie bespaard worden toen Europa geconfronteerd werd met de eerste oliecrisis (1973), toen de verwarming op stookolie zich verspreidde en de elektriciteitsprijzen sterk afhankelijk waren van de olieprijzen.
In 1996 werd de uurverandering in de hele Europese Unie geharmoniseerd, vooral dan om activiteiten over de grenzen heen beter te kunnen coördineren.
Doet de uurverandering ons echt energie besparen?
Verlichting
De impact van de uurverandering zou het grootst moeten zijn op het vlak van verlichting, zowel openbaar als bij ons thuis. Nochtans is die invloed de voorbije decennia aanzienlijk vervaagd. Er werd dan ook technische vooruitgang geboekt met fluocompacte lampen, tl-buizen en nog zuinigere ledlampen. Het maakte het systeem van de uurverandering minder relevant.
Verwarming
Ook op onze verwarming is het effect verwaarloosbaar. Enerzijds omdat onze woningen beter geïsoleerd zijn. Anderzijds omdat het verbruik en dus ook het rendement van onze verwarmingsketelsn veel meer beïnvloed worden door de temperatuur buiten. In de lente en in de zomer verwarm je inderdaad veel minder.
Tegenwoordig moet je er gelukkig niet vaak meer aan denken om het uur van je verwarmingsketel en thermostaat te veranderen. De recentste modellen doen dit namelijk automatisch. Voor de oudere modellen is dat echter niet het geval. Kijk het dus best even na!
Airconditioning
Wat airconditioning betreft, is de situatie niet duidelijk. De resultaten schommelen sterk van land tot land. Alles hangt dan ook af van het klimaat (zuiders, continentaal, ...) en van de gebruiken.
Zonnepanelen
Geen verschil! Hun rendement is onafhankelijk van de uurverandering aan het begin en het einde van de dag. Het is namelijk ‘s middags dat de elektriciteitsproductie het grootst is. Op jaarbasis presteren zonnepanelen het best in de maanden mei en juni. In de zomer zijn de onderdelen gevoelig aan te grote hitte. En in de winter daalt hun productie aanzienlijk. Winter- of zomeruur verandert daar niets aan.
Meer weten? Lees dan ons artikel “Herfst, zomer, … wat heeft er invloed op het rendement van jouw zonnepanelen?”.
Tweevoudige meters
Die moeten en kunnen niet worden aangepast! Ze blijven de stroom tariferen in piekuren (meestal tussen 7 u. en 22 u., dagtarief) en daluren (tussen 22 u. en 7 u., nachttarief). De omschakeling gebeurt met een signaal op het elektriciteitsnet. Dat wordt opgevangen door de distributienetbeheerders, die zich automatisch aanpassen.
Resultaten bevestigd door boxx
ENGIE heeft vorig jaar het verbruik van zijn boxx-klanten – inderdaad, de slimme thermostaat – in de gaten gehouden voor en na de uurverandering. En wat blijkt?
> ’s ochtends is er geen enkel verschil in verbruik
> ’s avonds werd er een lichte stijging van 10% vastgesteld, maar die is voornamelijk te wijten aan het feit dat de dagen korter zijn na de uurverandering van oktober.
Conclusie? Het uur veranderen zou dus geen enkele invloed hebben op ons verbruik. Niet verwonderlijk dus dat de Europese Unie besloten heeft om de uurverandering af te schaffen …
Wanneer valt het doek over de uurverandering?
Volgens het meest volledige en recente rapport over de uurverandering dat in oktober 2017 door het Europees Parlement werd gepubliceerd, zorgt het zomeruur voor een ‘verwaarloosbare’ energiewinst van gemiddeld nauwelijks 0,34% van het totale verbruik. In Zuid-Europa, dat een lagere breedtegraad heeft, ligt deze winst echter iets hoger: tot 2,5%.
Het spreekt voor zich dat dit kleine effect een doorslaggevend argument wais om terug te keren naar één enkele tijd. De Europese Commissie boog zich dan ook over een wetsvoorstel hieromtrent. Het Europees Parlement koos er op 26 maart 2019 met een grote meerderheid (410 stemmen voor, 192 tegen en 51 onthoudingen) voor om de definitieve verdwijning van de uurverandering in te plannen in 2021… Elk land mag daarbij zelf beslissen of het voor het zomeruur of het winteruur kiest. Op Europees niveau lijkt een meerderheid voor het zomeruur te kiezen, met uitzondering van de Scandinavische landen (behalve Zweden) die liever het winteruur zouden houden.
In maart 2021 zou de laatste uurverandering moeten hebben plaatsgevonden voor de lidstaten die het zomeruur verkiezen. En de landen die voor het winteruur gaan? Die zouden de laatste keer moeten overschakelen in oktober 2021.
We moeten echter vaststellen dat het project muurvast zit! Uiteraard maakte het onderwerp door de coronacrisis een duik op de prioriteitenlijst voor Europa, maar ook de lidstaten raken het moeilijk eens. De tekst die in het Europees Parlement werd aangenomen, benadrukt dat Europa geen ‘puzzel’ mag worden, waarbij buurlanden verschillende tijdzones zouden hebben.
België liet al weten de keuze van de Benelux te volgen om dezelfde tijdzone te behouden als onze buurlanden. Maar andere Europese landen hebben het er moeilijker mee om dezelfde tijdzone te ‘delen’. Het onderwerp blijft dus op de onderhandelingstafel liggen tot er een compromis gevonden wordt … Wanneer het doek uiteindelijk valt over de uurverandering blijft voorlopig dus een vraagteken …