“Elektriciteit opwekken met water? Dat is zero carbon!”
Wanneer het gaat over hernieuwbare energie, denken we vaak spontaan aan windmolens en zonne-energie. Water wordt minder vaak vernoemd, maar speelt nochtans een belangrijke rol bij de productie van hernieuwbare energie en de transitie naar CO2-neutraliteit. En dat is geen toeval, want voor waterkracht is er geen brandstof nodig en ze stoot geen CO2 uit. Met zijn acht riviercentrales — langs de Amblève, de Warche en de Semois — en zijn stuwdamcentrale van Coo-Trois-Ponts, voorziet ENGIE bijna 500.000 gezinnen van groene elektriciteit, ‘gewoon’ dankzij de kracht van het water. Dat zijn negen installaties goed voor een vermogen van 1.102 MW onder het toeziend oog van Paul-Etienne Verheven, die verantwoordelijk is voor de productiesites van Flexible Generation Europe in Wallonië bestaande uit de negen waterkrachtcentrales van ENGIE en twee STEG-centrales (stoom- en gasturbines)..
Wanneer water volstaat!
Waterkrachtcentrales bieden heel wat voordelen, waaronder hun lange levensduur (60 jaar of langer), maar ook het feit dat ze geen brandstof nodig hebben ... Behalve water dan! En dat is wat de ecologische voetafdruk betreft een belangrijke troef. “Zodra een waterkrachtcentrale gebouwd is, is de koolstofvoetafdruk ervan nihil, omdat ze geen CO2 uitstoot”, zegt Paul-Etienne Verheven. Een voordeel van formaat voor de energietransitie, maar dat is niet het enige argument dat de burgerlijk ingenieur mechanica aanhaalt: “Deze centrales gaan perfect op in het landschap en voegen er zelfs een vleugje authenticiteit aan toe, terwijl het toch technologische hoogstandjes zijn. Ik ben er echt trots op ze mee in goede staat te mogen houden en bij te dragen aan de modernisering ervan om hun algemene milieu-impact op de waterlopen en de biodiversiteit verder te verminderen.”
Energie op het juiste moment
Dat een van de grootste knelpunten van hernieuwbare energiebronnen hun onregelmatigheid is, is al lang geen geheim meer: windmolens werken nu eenmaal alleen als er wind is en zonnepanelen als de zon schijnt. Voor zonne-energie bijvoorbeeld is de productie logischerwijs lager in de herfst en in de winter. Hoe zit dat voor waterkracht? “Toegegeven, waterkracht ontwikkelen is moeilijker dan wind- of zonne-energie opwekken. En wat de productie betreft, blijven we ook afhankelijk van de watertoevoer. Maar er is een belangrijk verschil: onze centrales produceren vooral in de herfst en in de winter wanneer de meeste neerslag valt. In de zomer ligt de productie lager of valt ze zelfs helemaal stil, omdat het water dan laag staat. Maar in België komt dat gelukkig goed uit, want uiteindelijk kunnen we op de waterkrachtcentrales rekenen wanneer we ze het meest nodig hebben!”, concludeert de verantwoordelijke voor de Waalse productiecentrales van ENGIE.
Riviercentrale of pompcentrale?
Maar hoe werken ze? In België werkt ENGIE met twee soorten waterkrachtcentrales. Ten eerste, de acht riviercentrales die van water voorzien worden door een waterloop, bijvoorbeeld langs de Amblève, de Warche en de Semois. Hierbij drijft het water van de waterloop een turbine aan die op haar beurt een elektrische generator activeert. Die zet de geproduceerde energie om in elektriciteit. De geproduceerde hoeveelheid hangt af van het debiet van het water.
De tweede soort centrale waarover ENGIE beschikt, is de spaarbekkencentrale, zoals die van Coo. Een complexere installatie, omdat ze niet alleen elektriciteit kan produceren, maar ook opslaan! Dat is meteen ook het grote verschil met een riviercentrale ... In concreto wordt de centrale van Coo aangedreven door de waterstroom tussen twee bekkens die op verschillende niveaus liggen, met een hoogteverschil van 275 meter. Het stromende water doet een turbine draaien die op haar beurt een generator in gang zet. De generator zet de mechanische energie van de turbine vervolgens om in elektriciteit.
Coo, een gigantische batterij
Sinds 1972 speelt de centrale van Coo-Trois-Ponts een cruciale rol in de energiemix. De onregelmatigheid van hernieuwbare energie beïnvloedt namelijk de stabiliteit van het net. Gelukkig is er de centrale van Coo om het evenwicht van het elektriciteitsnet te verzekeren! “Sinds de inwerkingtreding ervan meer dan 50 jaar geleden is haar rol geëvolueerd. Voortaan moet je de centrale eigenlijk meer zien als een enorme batterij. Er wordt immers veel vaker een beroep op gedaan, omdat ze de zonne- en windenergie begeleidt en ondersteunt om het evenwicht van het elektriciteitsnet te garanderen. We starten de centrale van Coo dan ook meer dan 15.000 keer per jaar op”, legt Paul-Etienne Verheven uit.
Het pompsysteem van de centrale kan op elk moment in gang worden gezet om een bruuske productiedaling te compenseren of om een teveel aan elektriciteit op te vangen. Concreet? Wanneer de elektriciteitsproductie op het net het grootst is, wordt het water naar de bovenste bekkens gepompt. De energie wordt met andere woorden opgeslagen. Omgekeerd, wanneer de vraag naar elektriciteit stijgt, worden deze bekkens via turbines leeggemaakt in het lagergelegen bekken. Deze leveren vervolgens quasi onmiddellijk en op een schaalbare manier de gewenste hoeveelheid elektriciteit aan het net. Vandaar de rol van ‘batterij’! “Momenteel bedraagt de opslagcapaciteit 1.080 MW gedurende zes uur, ofwel het equivalent van een nucleaire eenheid. Maar het uitbreidingsproject dat in 2021 van start ging, zal die capaciteit tegen 2025 opdrijven”, voegt hij eraan toe.
Het equivalent van 31.000 thuisbatterijen
In overleg met de buurtbewoners werd in 2019, toen Paul-Etienne Verheven de waterkrachtcentrale leidde, een belangrijk uitbreidingsproject van de centrale van Coo gelanceerd. Dankzij dit project, is de productie- en opslagcapaciteit van de centrale toegenomen. Zo is het vermogen van de centrale gestegen van 1.080 MW tot 1.159 MW, ofwel het vermogen van 26 windmolens van 3 MW! Wat de opslag betreft, is het volume toegenomen van 6.000 MWh naar 6.450 MWh. Dat is 450 MWh meer en meteen het equivalent van de opslagcapaciteit van 31.000 thuisbatterijen. Deze investering van om en bij de 67 miljoen euro luidt een nieuwe stap in de energietransitie van het land in en bevestigt het engagement van ENGIE om steeds meer toe te werken naar een meer koolstofneutrale wereld.
Van grote projecten tot kleine gebaren
De energietransitie gaat ons allemaal aan! Dat weet Paul-Etienne Verheven als geen ander. Terwijl hij in zijn professionele leven elke dag opnieuw reuzenstappen zet om een meer CO2-neutrale toekomst te verzekeren, moedigt de expert in waterkracht ook zijn gezin aan om stap voor stap zijn voorbeeld te volgen. “We drinken heel veel water van de kraan en zijn ook eerder voorstander van de dikke trui dan van de thermostaat”, lacht hij. “We proberen ook zoveel mogelijk het openbaar vervoer te gebruiken. De tram nemen met onze kinderen is al een avontuur op zich! Daarnaast geven we voorrang aan werken die ons helpen om het verbruik in onze woning te beperken. Ik let ook erg goed op de manier waarop ik rijd om brandstof te besparen. De overstap naar een elektrische auto heb ik nog niet gemaakt (lacht). Op vakantie gaan doen we met de wagen, want er zijn zoveel mooie plekjes dicht bij huis. Ik raad iedereen trouwens aan om een wandeling te komen maken langs de stuwdam van Robertville of Bütgenbach. Echt de moeite waard! Ook de lus rond het meer van Coo moet je gedaan hebben.”