7 vragen om alles te weten te komen over groenestroomcertificaten
Het aantal groenestroomcertificaten dat aan de Brusselse producenten wordt toegekend, schommelt. Voor de kleine zonnepanelen van minder dan 5 kWp, die werden geplaatst voor 1 januari 2021, gaat het om 3 groenestroomcertificaten per geproduceerde MWh (megawattuur). Voor de middelgrote en grote zonnepanelen zijn dat 2,4 groenestroomcertificaten per geproduceerde MWh.
Wat verandert er als je zonnepanelen installeert na 1 januari 2021?
Het aantal toegekende groenestroomcertificaten zal afhangen van de vermogensklasse van je installatie. Er zijn 5 klassen (tegenover 2 voordien). Dat om het evenwicht te herstellen voor de gemiddelde installaties die benadeeld werden in het vorige systeem.
Voor de installaties met 5 kWp of minder (die van particulieren), is het aantal certificaten gedaald van 3 naar 2,4. Dat is een daling met 20%. Voor de installaties van grote bedrijven met meer dan 250 kWp is het aantal gedaald van 2,4 naar 1,3 (-46%)! Voor de installaties tussen 5 en 36 kWp is er niets veranderd en blijft het aantal op 2,4 groenestroomcertificaten. Voor de installaties tussen 36 en 100 kWp is het aantal gedaald naar 1,9 certificaten (in plaats van 2,4) en voor de installaties tussen 100 en 250 kWp naar 1,6 (in plaats van 2,4).
De Brusselse minister van Energie Alain Maron bevestigde: “Er verandert niets voor wie zonnepanelen geïnstalleerd heeft voor de inwerkingtreding van de verordening die voorzien is voor 1 januari 2021.”
Ondanks de wijziging van het aantal certificaten, blijft het stelsel interessant. Zo kan je voor een installatie van 14 zonnepanelen die geïnstalleerd wordt na 1 januari 2021 en een verbruik van 4.000 kWh dekt, gemiddeld 900 €/jaar krijgen dankzij de groenestroomcertificaten die gedurende 10 jaar worden toegekend. Om nog maar te zwijgen over de besparingen op je elektriciteitsfactuur!
Voor warmtekrachtkoppelingen hangt het aantal af van het rendement (je vindt de berekeningsformule op de site van Brugel). Let wel, voor de inwerkingstelling is een bidirectionele groenestroommeter verplicht, zoals je kan zien op dit installatieschema voor zonnepanelen. Vier keer per jaar geef je dan je productie-index door aan Brugel. Zodra er een MWh gegenereerd en geregistreerd wordt, crediteert de regulator je rekening met het overeenkomstige aantal groenestroomcertificaten.
Op 17 september 2018 nog heeft de regionale overheid van Wallonië een plan voorgesteld om na het overdonderende succes van de zonnepanelen, de wedloop om groenestroomcertificaten onder controle te houden. Er werden en worden immers nog tal van groenestroomcertificaten uitgereikt voor installaties van voor 2014.
Om deze certificaten te kunnen terugkopen, werd er een lening van 1,8 miljard euro worden aangegaan bij BNP Paribas Fortis. Die lening maakt het mogelijk om de factuur voor alle Waalse elektriciteitsconsumenten te spreiden in de tijd (want uiteindelijk zijn zij het die in hun portemonnee moeten tasten). Voor de Walen steeg de ‘Elia-toeslag’ die ze al betalen niet (ze daalde zelfs), maar ze zal wel langer aangerekend worden.
Ook de Waalse energieleveranciers leveren een inspanning doordat ze aan iets meer verplichtingen moeten voldoen op het vlak van groene elektriciteit en dus wat het terugkopen van groenestroomcertificaten betreft. En dat rekenen ze door aan de consument.
Tot slot blijven de eigenaars van zonnepanelen van voor 2014 hun groenestroomcertificaten ontvangen.
De prijs van de Brusselse groenestroomcertificaten schiet omhoog!
Dat in schril contrast met de situatie in Vlaanderen en Wallonië, waar er in 2014 moest worden afgestapt van het systeem van de groenestroomcertificaten voor nieuwe, residentiële installaties. Die stijging in Brussel daarentegen kan worden verklaard door de verplichtingen van de leveranciers wat de terugkoop van groene certificaten betreft (en dus de productie van groene elektriciteit). Want die stegen. Elk jaar wordt er eind maart gecontroleerd of aan deze verplichtingen werd voldaan. Logisch dus dat de aankoop en prijzen kort voor deze vervaltermijn – jaarlijks in het eerste trimester – pieken.
1. Wat is een groenestroomcertificaat?
Groenestroomcertificaten zijn immaterieel en krijgen pas financiële waarde als ze verkocht worden. Ze werden ingevoerd om de productie van groene elektriciteit te ondersteunen. Het gaat met andere woorden om regionale steun voor zonnepanelen en warmtekrachtkoppeling, 2 van de 6 manieren om zelf elektriciteit te produceren.
2. Hoe werkt een groenestroomcertificaat?
De elektriciteitsproducenten – bedrijven of particulieren – krijgen de groenestroomcertificaten gratis als ze kiezen voor duurzame technologieën, bijvoorbeeld als ze zonnepanelen kopen. Ze kunnen die groenestroomcertificaten vervolgens aan een bepaalde prijs verkopen via hun energiemarktregulator (Brugel in Brussel voor alle installaties, de CWaPE in Wallonië en de VREG in Vlaanderen voor oude residentiële installaties) om hun investeringen te dekken.
Belangrijk om weten: in Vlaanderen en Wallonië werd er in 2014 van afgestapt voor nieuwe residentiële installaties. De twee gewesten blijven echter wel groenestroomcertificaten toekennen voor de zonnepanelen die voor die datum geïnstalleerd waren. In het zuidelijke deel van ons land bedroeg de toekenningsduur oorspronkelijk 15 jaar, maar die werd teruggebracht tot 10 jaar.
In Brussel bestaan de groenestroomcertificaten nog steeds, maar het systeem werd in 2021 hervormd.
3. Hoeveel groenestroomcertificaten kan je krijgen?
In Brussel schommelt het aantal groenestroomcertificaten dat aan de Brusselse producenten wordt toegekend dus soms van jaar tot jaar, afhankelijk van de hervormingen. In principe ontvang je 1 groenestroomcertificaat voor elke 1 MWh die wordt geproduceerd, maar dit aantal wordt vervolgens vermenigvuldigd met een factor die onder andere afhangt van het vermogen van je installatie en de CO2 die dankzij de installatie wordt bespaard.
Hoe zit dat voor installaties die vóór 1 januari 2021 werden geplaatst?
- Voor installaties van minder dan 5 kWp, gaat het om 3 groenestroomcertificaten per geproduceerde MWh.
- Voor de middelgrote en grote zonnepanelen installaties zijn dat 2,4 groenestroomcertificaten per geproduceerde MWh.
Werd je installatie na de hervorming van januari 2021 geplaatst?
Het aantal toegekende groenestroomcertificaten hangt dan af van de vermogensklasse van je installatie, maar schommelt regelmatig. Dit zijn de toegekende certificaten voor de 5 vermogensklassen:
- Voor de installaties met 5 kWp of minder (die van particulieren), bedraagt het aantal certificaten 2,055 per megawattuur (tegenover 1,9 voordien).
- Die met een vermogen tussen 5 en 36 kWp geven recht op 1,953 groenestroomcertificaten per MWh (tegenover 1,8 in 2023).
- Voor een vermogen tussen 36 en 100 kWp? zijn dat 1,016 groenestroomcertificaten per MWh.
- Installaties met een vermogen tussen 100 en 250 kWp ontvangen 0,642 groenestroomcertificaten per MWh.
- Tot slot, voor de installaties van grote bedrijven met meer dan 250 kWp bedraagt het groenestroomcertificaten nu 0,580.
Raadpleeg voor meer informatie over de berekeningen de site van de Brusselse regulator Brugel.
4. Zijn groenestroomcertificaten nog interessant?
Ondanks de verandering van het aantal certificaten blijft het mechanisme interessant, omdat je ze kunt verkopen. Voor een installatie van 14 zonnepanelen, geïnstalleerd na 1 januari 2021, die een verbruik van 4.000 kWh dekken, kun je immers gemiddeld 900 €/jaar ontvangen dankzij de groenestroomcertificaten die voor 10 jaar worden toegekend. Om nog maar te zwijgen van de besparingen op je elektriciteit!
Voor warmtekrachtkoppelingen hangt het aantal af van het rendement (je vindt de berekeningsformule op de site van Brugel). Let wel, voor de inwerkingstelling is een bidirectionele groenestroommeter verplicht, zoals je kan zien op dit installatieschema voor zonnepanelen. Vier keer per jaar geef je dan je productie-index door aan Brugel. Zodra er een MWh gegenereerd en geregistreerd wordt, crediteert de regulator je rekening met het overeenkomstige aantal groenestroomcertificaten.
5.Waarom zijn er geen groenestroomcertificaten meer in Wallonië?
Door de beruchte wedloop om groenestroomcertificaten.
Op 17 september 2018 nog heeft de Waalse overheid een plan voorgesteld om na het overdonderende succes van de zonnepanelen, de wedloop om groenestroomcertificaten onder controle te houden. Er werden en worden immers nog tal van groenestroomcertificaten uitgereikt voor installaties van voor 2014.
Om deze certificaten te kunnen terugkopen, werd er een lening van 1,8 miljard euro worden aangegaan bij BNP Paribas Fortis. Die lening maakt het mogelijk om de factuur voor alle Waalse elektriciteitsconsumenten te spreiden in de tijd (want uiteindelijk zijn zij het die in hun portemonnee moeten tasten). Voor de Walen steeg de ‘Elia-toeslag’ die ze al betalen niet (ze daalde zelfs), maar ze zal wel langer aangerekend worden. Ook de Waalse energieleveranciers leveren een inspanning doordat ze aan iets meer verplichtingen moeten voldoen op het vlak van groene elektriciteit en dus wat het terugkopen van groenestroomcertificaten betreft. En dat rekenen ze door aan de consument.
Tot slot blijven de eigenaars van zonnepanelen van voor 2014 hun groenestroomcertificaten ontvangen.
6. Hoe krijg je groenestroomcertificaten in Brussel?
Eerst en vooral moet je een dossier indienen bij de Brusselse energieregulator (binnenkort gebeurt dat via een privaat certificerend organisme). Je kan daarvoor een formulier downloaden op de site van Brugel. Brugel komt vervolgens de warmtekrachtkoppelingen en zonnepaneleninstallaties van meer dan 10 kWp (kilowattpiek) inspecteren. Installaties met een minder groot vermogen worden niet bezocht.
Zodra de certificering in orde is, ontvang je logingegevens die toegang geven tot een databank die alle groenestroomcertificaten beheert. Enkel en alleen via dit platform kunnen groenestroomcertificaten ontvangen, opgeslagen en ingewisseld worden.
7. Hoe je groenestroomcertificaten verkopen?
Je groenestroomcertificaten verkopen, is kinderspel : je kan contact opnemen met om het even welke elektriciteitsleverancier (je groenestroomcertificaten verkopen bij ENGIE). De kopers van groenestroomcertificaten zijn immers de elektricteitsleveranciers. Zij zijn verplicht om de groenestroomcertificaten te kopen volgens precies omschreven quota. Zo moeten de energieleveranciers in Brussel aantonen dat 8,5% van de elektriciteit die ze verkopen met duurzame technologieën werd opgewekt (cijfer van toepassing voor 2018). Halen ze deze drempel niet, dan moeten ze een boete betalen (100 € per certificaat).
In Brussel steeg de prijs van een groenestroomcertificaat in 4 jaar tijd met zo’n 10 €!
Er kunnen ook tussenstappen worden genomen om je groenestroomcertificaten te verkopen. Na de prijsonderhandelingen gebeurt de transactie altijd via het internet. Zodra de koper de groenestroomcertificaten ontvangt, gaat hij over tot de betaling. Opgelet: de btw is van toepassing als je veel overtollige elektriciteit hebt verkocht.
Goed om weten: het is voordeliger om je groenestroomcertificaten aan ENGIE te verkopen dan af te zien van je recht op groenestroomcertificaten in ruil voor een gratis installatie. Zodra je installatie terugbetaald is, blijven je groenestroomcertificaten immers geld opbrengen.
Benieuwd hoeveel jij zou kunnen besparen dankzij zonnepanelen? En wat je return on investment van groenestroomcertificaten zou zijn? Je kunt een simulatie krijgen in slechts 2 minuten